'We huilen van verdriet, mogen niet naar buiten, het is onveilig'

Ik ben Waleed, ik ben in 2017 naar NL gevlucht met het vliegtuig gekomen. In 2013 is er met mij iets heftig gebeurd waar ik graag over wil vertellen. 

Ik had destijds heel veel vrienden en wij doen altijd gezelligheid met elkaar: elke dag samen chillen, we houden van voetbal. We waren 15 of met meer, 10 jongens gingen voetballen. Ze zeiden kom ga je mee? Ik mocht niet mee van mijn ouders. We hadden oorlog in Syrië.  Toen de vrienden op weg naar school gingen, kwam er een vliegtuig boven ons dorp, onze stad. Ik dacht niet dat het zou gebeuren. Na een uur kwam onze buurman huilend aangerend, zijn zoon is mijn beste vriend. Hij riep uit 'mijn zoon is dood!'.

Al mijn vrienden, tien jongens waren gedood door een bom. Ik kan het niet geloven, mijn broertje was ook daar! Ik wist niet waar hij was. Mijn vrienden, mijn broertje is kwijt. Ik ging naar mijn moeder, naar mijn vader, ik heb het verteld. Een vliegtuig heeft een bom gegooid op mijn vrienden. We huilen, verdriet, mogen niet naar buiten, het is onveilig. Altijd bommen, ze gooien altijd bommen daar.

Mijn broertje kwam die dag thuis, gelukkig. Hij was bij vrienden. Ik kan dat moment niet vergeten! Ze kwamen mij ophalen. Ik had daar ook kunnen zijn. Een uurtje later waren ze er allemaal niet meer. Als ik hun namen hoor heb ik hartpijn: het waren mijn beste vrienden. Het was echte vriendschap. Als ze er nog waren, waren ook 18. Ze hadden ook dromen. Ze wilde echte profs worden, acteur: ze hadden dromen, maar ze zijn allemaal weg. Ze zitten in mijn hoofd, ik denk aan ze en zal ze nooit vergeten. Ik geloof het nog steeds niet, 10 personen, allemaal dood. Ik wilde de ouders zien, iedereen was aan het huilen. Mijn vader zei, jullie moeten hier niet blijven, we moeten weg. We gaan naar Turkije. Daar werken we 18 uur per dag. We slapen bijna niet, ja dat moet. Ik ben niet moe door het werk, ik ben moe als ik aan mijn vrienden denk. Ik heb pijn. Ik heb geen dromen meer, ik voel niks over wat ik later ga worden, maar gelukkig mijn vader is naar Nederland

gekomen. Wij kwamen na hem naar Nederland. Nu heb ik weer dromen. Ik wil later een echte man worden en mijn verhalen, onze verhalen vertellen.